Na een relatief woelig maidenjaar voor het WK FIA GT1 en een karrenvracht tegenstrijdige berichten over het al dan niet opnemen van publiekslieveling Circuit Zolder in de kalender, blikt Racingworld.be terug op wat de Limburgse omloop in het recente verleden betekende voor menig internationaal autosportkampioenschap. Volgend jaar komen de GT1 wagens terug in actie op het circuit van Zolder en dit na een jaar afwezigheid. Er zal echter toch een groot verschil zijn met de vorige editie; ditmaal zal het gaan om een manche voor het wereldkampioenschap GT1, terwijl het kampioenschap verleden jaar dit WK label nog niet had. Eigenlijk wekt het een beetje verbazing dat dit WK, dat zichzelf tot doel stelde enkel te rijden op 's werelds meest prestigieuze circuits en tevens zou uitbreiden naar de nieuwe economische machten (meer bepaald Azië en Zuid Amerika), überhaupt naar Zolder terugkeert. Velen vragen zich nog steeds af of Zolder wel "klasse" genoeg heeft om op een WK kalender te prijken, daarbij vergetend dat het jaren lang de Grote Prijs van België huisvestte. Maar als men een beetje dieper in de geschiedenis van de GT racerij graaft, blijkt het niet de eerste maal te zijn dat Zolder opduikt in de GT racerij op een moment dat het kampioenschap in een dipje zit. Meer zelfs Zolder dient zich steeds aan als een soort reddingsboei in moeilijke tijden.
Even een stapje terug in de tijd. Nadat het BPR GT kampioenschap, dat eigenlijk zorgde voor de heropleving van de GT racerij, dreigde uiteen te vallen, nam de FIA het heft in handen en creëerde in 1997 het FIA GT kampioenschap. Grote namen uit de automobielsport, Mercedes, Porsche en BMW (via McLaren), namen het tegen elkaar op in de topklasse GT1. Toen al streefde men naar een hoogstaand kampioenschap dat zich afspeelde op de meest prestigieuze circuits, waaronder ondermeer Spa.
Twee jaar later ging het kampioenschap echter ten onder aan grootsheidwaanzin en te hoge kosten. De GT1 klasse werd te duur en verdween, terwijl een nieuw kampioenschap met nog enkel GT2's het licht zag. Spijtig genoeg was er maar één merk dat echt had geïnvesteerd in die klasse en dus ook domineerde, namelijk Chrysler met zijn Viper. Niet veel circuits stonden te springen om dit nieuwe kampioenschap met een mager deelnemersveld binnen te halen. En daar kondigt zich Zolder aan, dringend op zoek naar meer internationale uitstraling. Stephane Ratel, die de serie organiseert, neemt de uitnodiging maar al te graag aan. In combinatie met de toen op zijn hoogtepunt zijnde Belcar moet het garant staan voor een massale publieke opkomst. Na een moeilijke start in het eerste jaar zijn de twee volgende jaren echter meer succesvol, zowel op de baan (meer merken, Belgische piloten) als ernaast (publieke opkomst). Zolder staat aan de wieg van de doorbraak van de GT racerij in de Benelux. Dit succes brengt anderen op gedachten en al snel springt Spa op de GT kar door zijn 24 uren open te stellen voor dit type wagens. Weldra blijkt de situatie onhoudbaar voor Zolder, Ratel kiest liever voor het prestige van Francorchamps en zijn 24 uren race en haalt de GT in 2002 weg uit Zolder onder het voorwendsel dat twee races van zijn kampioenschap in hetzelfde land er één teveel is. Nadat Zolder aan de wieg stond van het huidige GT1 kampioenschap, wordt het nu zonder pardon verdrongen door zijn prestigieuze Ardense tegenhanger.
Echter het GT kampioenschap heeft moeite om het grote publiek te bereiken, de publieke opkomst blijft meestal mager en na een catastrofaal (gezien publieke opkomst toch) seizoen in 2006, haken meerdere grote circuits af. Ratel moet maatregelen nemen om zijn kampioenschap te redden; In 2007 dus geen historische circuits meer zonder volk, maar plaatsen waar men het publiek naartoe kan lokken. Plots herinnert Ratel zich terug Zolder met zijn vlotte organisatie en volle tribunes. En zo hervindt Zolder, naast andere minder bekende circuits zoals Nogaro, plots zijn plaats op de kalender. Het feit dat SRO (Ratel's organisatie) ondertussen de organisatie van het Belcar kampioenschap in handen heeft gekregen zal ook geholpen hebben. En zo krijgt Zolder, met Belgian GT en BTCS in het voorprogramma, weer terug een topevenement op de kalender. Een evenement dat jaar na jaar steeds meer volk trekt, met als hoogtepunt 2009, met lange files aanschuivende auto's tot gevolg.
Maar 2010 betekent opnieuw een ommezwaai, Ratel krijgt het statuut van wereldkampioenschap voor zijn GT1 kampioenschap. En een wereldkampioenschap behoort te rijden op prestigieuze circuits, beladen met historiek. Spa behoudt met moeite zijn plaatsje op de kalender (als voorprogramma voor de hertekende 24 uren), maar Zolder wordt bedankt voor bewezen diensten, het krijgt nog wel de FIA GT3 finale als troostprijs. Ondertussen heeft de financiële crisis echter hard toegeslagen, budgetten voor de racerij zijn moeilijk te bekomen, organisaties vinden moeilijk sponsorgeld. Het WK GT1 heeft moeite om het grote publiek te bereiken mede door een gebrekkige TV coverage. Bovendien is het kampioenschap duur, zeer duur. Ratel worstelt met het samenstellen van een kalender voor 2011, vooral in Europa is het moeilijk om financieel interessante weekends op te zetten. Bekende namen sneuvelen op de kalender, Spa, Brno en de Nurburgring. En wie duikt daar in laatste instantie opnieuw op als de definitieve kalender wordt gepresenteerd, jawel, Zolder. Zolder met een financieel interessant plaatje en mede dankzij Belcar en BTCS op het programma, verzekerd van een deftige publieke opkomst. Nogmaals moet Zolder de internationale GT racerij uit het (financiële) slop helpen. Zolder als reddingsboei voor kampioenschappen die of in een dipje verkeren (zie ook WTCC) of die op de rand van het faillissement staan (herinner u de Champcar), het lijkt een steeds wederkerende situatie.
Moeten wij hiervan droevig worden of gefrustreerd? Kwaad dat anderen met de pluimen gaan lopen eens het kampioenschap terug financieel gezond is? Welnee, het liet ons ondertussen toch toe om mooie internationale races te beleven dicht bij huis. Zolder wordt toch maar telkens wereldwijd in beeld gebracht. Buitenlandse media kennen nu Zolder en weten dat het zich in België bevindt en niet in Nederland of Duitsland zoals men vroeger placht te lezen in een Frans gerenommeerd tijdschrift. En door keer op keer terug te komen, wordt Zolder niet ondertussen een beetje een klassieker op de kalender? Zal binnen enkele jaren, als het WK GT1 nog bestaat, Zolder dan niet gerekend worden bij die prestigieuze, niet te omzeilen evenementen?
Ondertussen zullen velen zich op 10 april richting Limburg begeven en opnieuw genieten van een schitterend spektakel. Wie stoort er zich dan nog aan dat het om een last minute weekend gaat? Nee, niemand en allemaal zullen we genieten van het feit dat we nog maar eens een jaar langer kunnen profiteren van de aanwezigheid van een internationaal GT spektakel in ons land. See you in Zolder.
Foto: Marnik Mouchaers
