Zoals we reeds voor aanvang van het seizoen meldden, zal het FIA WTCC dit jaar werken met een soort van Balance of Performance. Deze BoP was nog niet van toepassing voor de eerste vier wedstrijden van het seizoen (te Brazilië en België), maar vanaf Monza zouden de waardeverhoudingen van de bolides onderling ietwat anders moeten gaan liggen.
Op basis van een gemiddelde, getrokken uit de beste rondetijden van de twee snelste wagens (per type wagen) tijdens de kwalificatie en de twee snelste tijden van de twee snelste wagens (van elk type wagen) tijdens de races, komt men tot een vergelijking. In deze vergelijking zal de prestaties uit de kwalificatiesessie iets zwaarder doorwegen dan deze uit de races. In elk geval zouden de twee snelste tijden nooit meer dan 3 tienden uit elkaar mogen liggen; gebeurt dat wel, wordt bij de snelste tijd eenvoudigweg drie tienden opgeteld.
Uit deze vergelijking bleek, niet geheel onverwacht, dat de Chevrolet Cruze Turbo de snelste wagen uit het veld was. De door RML ontwikkelde bolides moeten maar liefst 40 kilogram lood toevoegen, terwijl de "oude" SEAT Leon en de BMW 320 TC niets hoeven te veranderen. De Volvo en de BMW 320si mogen zelfs 20 kilogram gewicht wegnemen. De gewichtsverdeling kan overigens nog veranderen als SEAT of Volvo zou beslissen over te schakelen op de nieuwe turbo aangedreven krachtbron (desgevallends zouden zij het maximale compensatiegewicht van 60 kilogram worden toegekend).
Na elke wedstrijd zal overigens een nieuwe gewichtsverdeling worden opgesteld, op basis van de gemiddelde "score" (zie tweede alinea van deze tekst) van elk type wagen.
Foto: Martijn Wouters
