24H of Daytona: Ondanks spektakelrace loert de crisis om de hoek

Drie dagen na de race is het even tijd om stil te staan bij de spannende en spectaculaire 24 uren race die we dit weekend meemaakten op de omloop van Daytona Beach. Een vierentwintig uren durende sprint was het waarbij de eerste vier deelnemers steeds kort bij elkaar bleven en de beslissing viel in een uitermate spannende eindsprint. Doch kan de euforie over dit mooie verloop niet verdoezelen dat ook in Amerika de economische crisis hard toeslaat. Het aantal DP's aan de start was al zelden zo laag en na Daytona zijn er nog maar weinig teams geïnteresseerd om het verdere kampioenschap te betwisten.
We kunnen er niet omheen, 24 uren racen kan men nog nauwelijks met endurance racen in verband brengen. De wagens zijn zo betrouwbaar geworden dat deze lange afstandsraces meer en meer uitdraaien op een sprint van 24 uren. We zagen het verleden jaar in Le Mans en ook in Spa en grotendeels in Zolder werd er bij de 24 uren gans de tijd op full speed gereden.  Zo ook nu weer in Daytona, waar er van start tot finish gespurt werd zonder dat de (meeste) wagens problemen kenden. Blijven de wagens heel bij zo een 24 uren spurt, dan zijn het nu de rijders die het begeven. De winnaar  Allmendinger moest na de race uit zijn wagen geholpen worden, geplaagd door krampen kon hij op eigen kracht zijn Riley niet verlaten. Ook Justin Wilson klaagde over krampen, maar de Engelse rijder had verleden jaar nog een zwaar ongeluk dat zeker nog zijn sporen nalaat. De nodige fysieke inspanning  zet dan ook meer en meer teams aan om hun wagens met vijf rijders te bemannen.
 
Opvallend dit jaar was ook het goede presteren van de Ford motoren, die het volledige podium innamen. De Ganassi wagens uitgerust met BMW krachtbronnen en winnaar van de twee laatste edities konden wel dreigen maar nooit het voortouw nemen. De Chevrolet’s presteerden gezien de verwachtingen ondermaats. Nooit leek er een Corvette, nochtans bij alle wintertest de snelste wagen, aanspraak te kunnen maken op de overwinning en een vijfde, achtste en negende plaats in de eindklassering kunnen dan ook alleen maar als een teleurstellend resultaat beschouwd worden. Bij de GT’s was het Porsche al wat de klok sloeg en het Duitse merk gaat dan ook met het volledige podium lopen. Eigenaardig genoeg kwam de meeste tegenstand in GT van de Camaro’s en de Mazda RX-8’s; een Camaro was dan ook de eerste niet Porsche op een vierde plaats. De Ferrari F458’s konden in het begin van de race het tempo van de Porsche’s niet aan maar dankzij een constante race klommen de RISI wagen #63 en AIM Ferrari nog op naar respectievelijk de vijfde en achtste  plaats. Audi kwam met de R8 LMS in het verhaal niet voor, maar zal de ontwikkeling van zijn GrandAm GT wel verder opdrijven en ook de BMW M3’s eindigden ver buiten de top 10.
 
Bij de Belgen kan enkel Marc Goossens terugblikken op een geslaagd weekend. De Viper van Heylen en Soulet staat nog maar aan het begin van zijn ontwikkelingsprogramma en de wagen werd dan ook gans het weekend geplaagd door technische problemen. Al vroeg in de avond gaven onze landgenoten er dan ook de brui aan en gaven op even later gevolgd door de Corvette GT waarop Armand Fumal onderdak had gevonden. De eigenaardige strategie om een pure amateur de wagen te laten kwalificeren leidde er toe dat de Porsche van Marc Goossens helemaal achteraan op de grid  stond. Erger was dat de rijder die de wagen kwalificeerde ook nog verplicht de start moest nemen. Doch maakte Marc zich geen zorgen en voorspelde dat de wagen na de eerste uren eens bestuurd door de professionele rijders (Goossens, Bleekemolen, Henzler en Pumpelly) aan een remonte zou beginnen met het podium als doel. Doel bereikt dus, want de TRG Porsche eindigde op de tweede plaats (twaalfde algemeen) en in dezelfde ronde als de klasse winnaar. Toch blijft de gedachte hangen dat indien voor een snellere rijder dan Bertheau was gekozen, Marc Goossens nu met de overwinning naar huis was gekomen.

Zestig wagens aan de start is een mooi aantal, doch slaat ook de economische crisis in Amerika toe en voelt het GrandAm kampioenschap er de gevolgen van. Dankzij een ideale datum, in Europa zijn de kampioenschappen nog niet gestart, en de faam van de wedstrijd vonden nog vele teams de weg naar Daytona. Echter de meeste deelnemers kwamen uit de GT klasse en veertien wagens  in de topklasse de DP’s is niet echt bemoedigend. Natuurlijk zijn er vanaf dit jaar de derde generatie DP’s, die duidelijk sneller zijn dan hun voorgangers wat teams niet aanzet om hun oude wagen nog boven te halen. In crisis is men daarenboven niet geneigd om te investeren in een nieuwe wagen en dat de nieuwe DP’s weer een stuk duurder zijn helpt dus ook niet. Veel teams wachten dus nog af voor ze tot de aankoop van een DP-3G overgaan. De rest van het kampioenschap zal op heel wat minder belangstelling moeten rekenen en men verwacht bij de volgende races minder dan 10 DP’s aan de start. Mogelijk kan men nog rekenen op de aanwezigheid van een groot aantal GT wagens, maar de Europese toppers die in Daytona de wagens bemanden, zullen niet meer aanwezig zijn en bemand door rijke Amerikaanse amateurs leveren die heel wat minder spektakel af. Ook de publieke opkomst voor de races is meestal mager. De toekomst van het GrandAm kampioenschap is dus nog verre van verzekerd en de organisatie is dan ook naarstig op zoek naar oplossingen om de populariteit van de serie op te krikken. Daarom tracht men al van dit jaar om zo veel mogelijk races te combineren met manches van de populaire NASCAR series en alzo een breder publiek te bereiken. Ook wordt er getracht om vanaf volgend jaar het programma aan te dikken met in het voorprogramma races voor tourisme wagens volgens het DTM reglement te plaatsen. De GrandAm organisatie nam verleden jaar al contact op met zijn DTM collega’s om de introductie van een serie volgens DTM regels in de States aan te kaarten. Een andere mogelijkheid om de aankoop van de DP wagens interessanter te maken is er voor zorgen dat deze ook in andere series of races kunnen participeren, zoals bij de 24 uren van Le Mans bijvoorbeeld. Dit zou meerdere teams, ook uit Europa kunnen aanzetten tot de aankoop van een DP wagen. Voorlopig kunnen we echter noch nagenieten van de mooie race van verleden weekend.


   



Dit artikel werd gepubliceerd door Niels Vaeck in Internationaal op woensdag 01 februari 2012 om 06:10


Andere publicaties op Racingworld.be...